Je weet ’s morgens niet hoe je je bed uit moet komen. Je hebt weinig energie, je bent stijf en alles doet zeer.

Op je werk kun je je niet concentreren, het lijkt wel of de stapel werk op je bureau steeds groter wordt.

Je ziet al op tegen de middag, waarin je na je werk nog de kinderen naar tennisles moet brengen en weer ophalen, boodschappen doen, koken ondertussen een was vouwen en je jongste zoon helpen met zijn huiswerk.

Je ziet overal tegenop, ook leuke dingen geven je op dit moment geen energie, sociale verplichtingen ontloop je als dat enigszins lukt.

Herkenbaar ?

Vermoeidheid is, net als pijn, een waarschuwingssignaal van het lichaam. Om het rustiger aan te doen of zelfs te stoppen omdat je energievoorraad bijna op is.

We hebben echter een ingebouwd systeem wat zorgt dat je steeds nóg een stapje verder kunt, in de oertijd was het tenslotte van belang om in gevaarlijke situaties tóch die sprint nog te kunnen trekken. Maar in onze tegenwoordige tijd maken we daar te vaak (mis)gebruik van.

Als je het signaal vermoeidheid negeert, zet je brein automatisch de aanmaak van stresshormonen; adrenaline en cortisol aan.

Deze hormonen stellen je in staat om tóch nog door te gaan, terwijl de gewone energievoorraad eigenlijk op is.  Je loopt op je reserves, maar….. ook die zijn een keer op.

 

Waarom

In de oertijd moest je kunnen vechten, vluchten of bevriezen, dat zorgt dat je in een stresssituatie kunt overleven. De stresshormonen zorgen ervoor dat je alert bent, zowel in je lichaam als in je hoofd. De spierspanning moet omhoog, je hartslag gaat sneller en spieren worden afgebroken om snelle energie te kunnen leveren.
Je lichaam kan dit prima aan, als het maar voor korte tijd is.

En dat is nou nét waar het in onze tegenwoordige tijd mis gaat ; ons hoofd staat constant aan, het lichaam reageert door ervoor te zorgen dat we weg kunnen rennen of vechten als dat nodig is. Om zo zuinig mogelijk om te gaan met de energie, ga je handelen op de automatische piloot; dat kost namelijk de minste energie. Daardoor blijf je maar doorgaan, tegen beter weten in.

Daarnaast is het zo dat als je lang achtereen in de vecht-vlucht-bevries modus staat, je ’s nachts moeilijker kan slapen. Voor een goede nachtrust zijn ontspanning, een tragere hartslag en een rustige ademhaling echt nodig! Door slechtere kwaliteit of minder slaap, herstel je minder goed, gevolg : je staat al moe op. Zo kom je in een vicieuze cirkel. Je kan steeds minder hebben en raakt uitgeput.

Wat kan je er zelf aan doen?

  • Gezond eten. Vet en suiker zijn “troostvoedsel” , maar zorgen ervoor dat je je steeds vermoeider gaat voelen. Eet vooral veel groente en fruit, probeer koekjes, chips ed te laten staan en neem zo min mogelijk voeding met toegevoegde suiker
  • Probeer korte rustmomenten per dag in te plannen, liggend en zet je wekker na ongeveer 20 minuten.
  • Beweeg ! het liefst in de natuur. Intensief sporten is meestal niet op te brengen als je heel moe bent, maar een wandeling is voldoende.
  • Respecteer je grenzen. Zorg dat je lichaam niet constant in de reserve-energie modus moet staan. Nee leren zeggen is goed voor jezelf zorgen. Hierdoor geef je je lichaam de tijd om weer bij te tanken.
  • Probeer iedere dag bewust tijd te maken om uit je hoofd en in je lijf te komen. Doe een bodyscan of sluit buiten eens je ogen en luister naar de geluiden om je heen, voel waar de wind en de zon vandaan komen en kom in het hier en nu.

Moeilijk? Ja, vaak klinkt het simpel maar valt het in de praktijk niet mee. Dieren zijn meesters om in het hier en nu te zijn, kijk maar eens naar de kat die soezend op de vensterbank zit. Dit is een van de redenen waarom ik met behulp van paarden coach.

Zij kunnen heel goed laten zien waar bij jou de spanning zit en door hun spiegelend vermogen leren ze jou waar deze door is ontstaan.
Want ja, soms ben je al zo lang door gelopen dat je dit zelf even niet meer ziet.
En dat erkennen is al moeilijk genoeg.

Ze voelde zich onrustig , kon nergens écht rust vinden. Wilde zo graag gewoon genieten en ontspannen zijn….zat gewoon niet lekker in haar vel. Zowel thuis als op het werk had ze het gevoel dat niemand rekening met haar hield ; steeds als zij een planning voor de dag had gemaakt of  bedacht even op de bank te kruipen met een boek , kwam er wel weer iemand tussen met iets wat écht nú moest gebeuren.

Dit vertelde Marjon toen ik vroeg waarom ze zich had aangemeld voor coaching met paarden.

Op het moment dat ze de paddock in stapte, kwam het paard direct naar haar toe. Het dier begon met haar hoofd tegen Marjon te schuren, zo stevig dat ze wankelde en een stap naar achter deed. Het paard stapte meteen dichterbij en duwde haar hoofd opnieuw tegen Marjon aan. Die begon haar te aaien, waarop het paard naar voren stapte en Marjon deed snel een stap achteruit.

“Wat gebeurd er ?” vroeg ik.

“Ze komt zo dichtbij dat ze bijna op mijn tenen staat ! Ik denk dat ze graag dichtbij mij wil zijn. “ Op het moment dat Marjon dat uitspreekt draait het paard zich half om en duwt nu met haar schouder tegen Marjon. Opnieuw wankelt Marjon. Op het moment dat ik vraag of ze dit fijn vindt, dat het paard bepaalt waar ze staat en welke ruimte ze krijgt, is het ineens heel stil. Marjon kijkt naar de grond en haar schouders schokken. “Dit is precies wat er iedere dag weer met mij gebeurd, anderen bepalen mijn ruimte en wat ik die dag moet gaan doen.”

Wanneer ik rustig vraag of zij haar grenzen voldoende aangeeft zodat anderen de kans krijgen die te respecteren, blijft het opnieuw even stil. “ Nee , ik denk het niet” is vervolgens haar antwoord. “Ik wil graag voor anderen zorgen, er zijn als iemand iets nodig heeft, iets voor iemand kunnen betekenen.”

 

En zo zijn er heel veel Marjons. Zij staan graag klaar voor anderen, voelen zich fijn als ze iemand kunnen helpen , maar vergeten daarbij hun eigen grenzen aan te geven…. Dat wat zij nou nodig hebben om zich goed te voelen. Maar vaak wordt vergeten dat het geen onwil van de ander is wanneer ze jouw grenzen niet respecteren. Geef je ze wel duidelijk aan ?

“Grensbesef geeft niet alleen veiligheid voor jezelf, maar óók voor de ander.”

Alleen op de grens kan werkelijk contact ontstaan tussen jou en de ander. Jezelf laten zien op de grens wil zeggen dat je kenbaar maakt wat je wilt, wat je niet wilt, waar je behoeftes liggen en welke angsten je hierin tegenkomt.

Alleen op de grens laat je je maskers helemaal zakken. Dat kan best eng zijn, maar geeft tegelijkertijd een gevoel van zelfrespect. En vrijwel altijd zal de ander ook respect gaan voelen voor wie jij bent.

Marjon heeft in deze sessie geleerd dat grenzen aangeven niet hoeft te betekenen dat je een ander afwijst. Nadat zij het paard een paar keer door middel van haar lichaamshouding liet merken waar haar grens lag, was er ruimte voor respectvol, maar vooral ook warm contact.